Programma 4 Bestuur

Participerende overheid

Trends & ontwikkelingen

Naast de representatieve democratie, is de participatieve democratie volop in ontwikkeling. Niet alleen heeft de gemeente kennis van inwoners, ondernemers en organisatie nodig om passend beleid te maken, ook is het van belang eigen kracht en initiatief uit de samenleving beter te benutten. De gemeente zet verschillende niveaus van participatie in, waarvan informeren en consulteren de meest basale zijn. Meedoen en meebeslissen zijn vormen die nog in de kinderschoenen staan. Vanuit de samenleving wordt de behoefte aan meebeslissen echter steeds groter, wat terug is te zien aan de opkomst van bijvoorbeeld burgerberaden of het uitdaagrecht. Het meedoen, wat is te vertalen naar actief burgerschap, vraagt nog om de nodige aanjaagkracht en de eenduidige manier van faciliteren. Laat onverlet dat participatie altijd maatwerk is.

Grote maatschappelijke, (geo)politieke en digitale ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op en zijn van invloed op elkaar. Dat betekent ook iets voor de rollen van de overheid in complexe opgaven en een dynamische samenleving. Ook van de samenleving wordt veel flexibiliteit en aanpassingsvermogen gevraagd. Een participerende overheid weet op welk moment en op welke manier inwoners te betrekken door eerst de vraag ‘waarom vragen we dit aan de samenleving’ helder te beantwoorden. Door de praktische ervaringen die we afgelopen jaren hebben opgedaan, hebben we steeds meer kennis van het betrekken van belangengroepen en zetten we bewuster in op communicatie, consultatie en/of participatie.

Om aan inwoners helderheid te geven over de rechten die zij hebben om invloed op beleid uit te oefenen, moet een participatieverordening worden opgesteld. De bestaande inspraakverordening wordt hier onderdeel van. Ook komt de mogelijkheid om het uitdaagrecht hierin een plek te geven. De participatieverordening wordt gebaseerd op de modelverordening van de VNG, het beleidskader Participatie dat in 2024 is vastgesteld door de raad en de bestaande inspraakverordening. De nieuwe participatieverordening moet volgens de wet Versterking participatie op decentraal niveau voor 1 januari 2027 van kracht zijn.

 

 WAT WILLEN WE BEREIKEN?

Doel 1: Belangen wegen en communiceren over de keuzes. Met het algemeen belang als vertrekpunt de verschillende belangen in een participatietraject wegen. Over de verschillende belangen en de keuzes helder en transparant communiceren om op deze manier recht te doen aan de inspanning van de samenleving om kennis en kunde te delen met de gemeente.  

Doel 2: Rolvastheid en werken met spelregels vanuit het beleidskader. Vanuit de juiste rol meedoen in overheidsparticipatie, inwonersparticipatie en raadsparticipatie. Welke rollen en taken zijn er en hoe wordt dit vastgelegd aan het begin van een traject. De spelregels vanuit het beleidskader worden actief ingezet.

Doel 3: Vóór 1 januari 2027 moet, in samenwerking met de griffies van de drie gemeenten, een participatieverordening worden vastgesteld. De nieuwe verordening moet duidelijk maken hoe inwoners en belanghebbenden betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleidsprocessen. Inwoners kunnen met het uitdaagrecht een verzoek indienen om een taak van de overheid over te nemen.  

WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?

Activiteit

Type

Omschrijving activiteit

Doel 1

A1

Proces

Bij het betrekken van de samenleving bij beleidsontwikkelingen en projecten werken we volgens het Beleidskader Participatie en de hulpmiddelen uit de toolbox, die op de website van de gemeente beschikbaar is.

A2

Project

In de bestuursopdracht vanuit het raadsakkoord zijn vier taken geformuleerd: experimenteren met nieuwe vormen van participatie, extra inzet op moeilijk toegankelijke doelgroepen, handelingsperspectief voor de raad en monitoren en evalueren van participatietrajecten om te leren en ontwikkelen.

A3

Proces

Met de raadsparticipatiewerkgroep wordt actief geleerd en gedeeld hoe de verschillende participatieprocessen verlopen.

Doel 2

B1

Proces

Vanuit het Beleidskader participatie wordt gewerkt aan het wegen van belangen en rollen en rolvastheid in participatietrajecten. De werkwijze wordt geëvalueerd en wordt verwerkt in de toolbox op de website van de gemeente.

B2

Proces

Contactfunctionarissen vervullen een essentiële rol in het verbinden van systeem- en leefwereld, het verbinden, aanjagen en ondersteunen van maatschappelijke initiatieven. In 2026 zetten we de bestaande werkwijze voort en maken we afspraken over de wijze waarop we (over) de inzet kunnen monitoren en rapporteren.

Doel 3

C1

Project

In 2026 stellen we, in nauwe samenwerking met de griffie en gemeenteraad, een participatieverordening op. De verordening moet voor 1 januari 2027 zijn vastgesteld.

HOE GAAN WE DAT METEN?

Het huidige meetinstrumentarium biedt voor dit thema (nog) geen geschikte informatie om passende prestatie-indicatoren te definiëren en te meten.

Deze pagina is gebouwd op 12/23/2025 11:29:09 met de export van 12/23/2025 11:19:11